Chloridegehalte

Door de aanwezigheid van chloride in beton kan wapening gaan corroderen. Het corroderen van wapening door chloriden gaat gepaard met zogenaamde putcorrosie. Putcorrosie is een vorm van corrosie of roest waarbij (diepe) putten ontstaan in het staal waardoor er zwakke plekken ontstaan. Bij deze vorm van corrosie is er geen sprake van expansie van de wapening. Hierdoor ontbreekt de waarschuwende werking van het corrosieproces door scheuren en losse schollen in het beton.

De aanwezigheid van chloride in beton vaststellen

Het is van belang om de aanwezigheid van chloride in het beton vast te stellen om de kans op chloridegeïnitieerde schade te kunnen beoordelen. Het Nebest-laboratorium voert deze werkzaamheden uit volgens de ISESAM-methode. Een eigen ontwikkelde methode afgeleid van de BSW-96-01.

Voor de betonbeproevingen zijn kernen of boorpoedermonsters uit de constructie benodigd. Ter voorbereiding wordt in het geval van betonkernen een betonmonster in schijven gezaagd, gedroogd en gebroken tot analysefijnheid. Bij poedermonsters is afgezien van drogen geen voorbehandeling nodig. De monsters worden ingewogen en ontsloten met salpeterzuur. Direct na het toevoegen van het zuur wordt de cementsoort (hoogoven- of portlandcement) middels een aantoningsreactie vastgesteld.

Met behulp van een ion selectieve en referentie-electrode wordt het gehalte aan chloride gemeten. Uit de vloeistof wordt een kleine hoeveelheid verdund met een zuuroplossing, tot een volume van 100 ml. In deze verdunde oplossing wordt met behulp van een AAS (Atomaire Absorptie Spectrometer) het calciumgehalte gemeten. Uit het calciumgehalte wordt het cementgehalte berekend. Uit de resultaten van deze bepalingen, soort cement, hoeveelheid chloride en hoeveelheid calcium, wordt de totale hoeveelheid chloride op cementgewicht berekend.

In nieuw beton mag in principe een percentage van 0,4% m/m aanwezig zijn. In bestaand beton wordt de laatste jaren een grens aangehouden van 0,5% m/m als kritisch, echter dient dit gehalte per object (of zelfs objectonderdeel) te worden beschouwd. Wanneer het gehalte aan chloride boven de kritische grens ligt, is de kans op chloridegeïnitieerde wapeningscorrosie aanwezig. Het optreden van schade is echter niet uitsluitend afhankelijk van de aanwezigheid van chloride. Ook alkaliteit (in verband met carbonatatie) en porositeit van het beton, beschikbaarheid van vocht en zuurstof zijn belangrijke factoren. Eventuele herstelmaatregelen kunnen bestaan uit het aanbrengen van kathodische bescherming, of saneren van chloride belast beton.